-
1 kick up the dust
herrie schoppen -
2 make a big stink
herrie schoppen, zich erg opwinden, een woedeaanval krijgen -
3 racket
n. racket; herrie; afzetterij; beroep--------v. de gevolgen voor zijn rekening nemen, (het gelag) betalen; herrie maken, lawaai maken6 bedriegerij ⇒ bedrog, zwendel7 〈 informeel〉 gangsterpraktijken ⇒ misdadige organisatie; 〈 in het bijzonder〉 afpersing, intimidatie♦voorbeelden:3 kick up a racket • een rel/herrie schoppen5 what racket is Peter in? • wat voert Peter uit?be on the racket • aan de boemel zijn, de bloemetjes buiten zetten -
4 mayhem
n. rotzooi; met opzet lichamelijk letsel veroorzaken--------v. zwaar lichamelijk letsel; rotzooi, herrie[ meehem]♦voorbeelden: -
5 shindy
-
6 stink
n. stank--------v. stinkend maken; misselijk makenstink1[ stingk]1 stank♦voorbeelden:————————stink21 stinken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stink out a fox • een vos uitroken -
7 Cain
-
8 act up
lastig zijn, vervelend zijn; zich vreemd of abnormaal gedragen; zich ongeordend gedragen, ongehoorzaam zijn; zich zo gedragen dat de aandacht wordt getrokkenact up〈 informeel〉1 lastig zijn ⇒ herrie schoppen, vervelend zijn -
9 barrack
v. joelen, tierenbarrack1[ bærək] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈meervoud; werkwoord ook enkelvoud; pejoratief〉groot, lelijk huis————————barrack2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 cause/create mayhem
cause/create mayhem -
11 create/kick up/make/raise a stink about something
create/kick up/make/raise a stink about somethingEnglish-Dutch dictionary > create/kick up/make/raise a stink about something
-
12 din
het Duitse normalisatie instituutdin1[ din] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————din2〈 dinned〉1 weerken ⇒ dreunen, galmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:din something into someone • iets er bij iemand in stampen -
13 kick up a racket
een rel/herrie schoppen -
14 kick up a shindy
-
15 kick up/make a din
kick up/make a din -
16 raise Cain
de boel op stelten zetten, herrie schoppen -
17 row
n. rij; roeien; ruzie, twist; lawaai; aanmaning--------v. roeien; aanmanenrow1♦voorbeelden:————————row2[ roo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————row3————————row41 roeien ⇒ in een roeiboot varen, per roeiboot vervoeren
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский